Ondersteuning noodplanning
Het KB van 16.02.2006 (BS 15.03.2006) betreffende de nood- en interventieplanning heeft tot doel om de principes aangaande noodplanning te actualiseren.
Onder 'ramp' verstaat men: overstroming, grote branden, grote transportongelukken (vliegtuig, trein, voertuigen, …), biologische risico’s (vogelgriep, varkenspest, …), ...
Een gemeentelijke veiligheidscel moet opgericht worden die minimaal samengesteld is uit: de burgemeester, een vertegenwoordiger van elke discipline (brandweer - medische dienst - politie - logistiek - communicatie), de noodplanambtenaar (verantwoordelijke voor de noodplanning), …. Deze gemeentelijke veiligheidscel heeft verschillende taken: actualiseren van de nood- en interventieplannen, opmaken van risico-inventaris en –analyse, organiseren van oefeningen, …
De noodplanambtenaar heeft een multidisciplinaire opdracht en de bijzondere taak de noodplanning op te volgen.
Interleuven biedt hiervoor aan 15 gemeenten, naar analogie van de werking van de Gemeenschappelijke Interne Preventiedienst (GD-PBW) en de milieudienst, in exclusieve dienstverlening ondersteuning aan. De gemeente behoudt hierdoor haar eigen invulling en kan gebruik maken van een ondersteuning op maat. Elke gemeente moet zelf een noodplanambtenaar aanduiden (permanentie, degelijke kennis van grondgebied, …) maar deze kan zich laten bijstaan door Interleuven (opmaken van risico-inventaris en –analyse, actualiseren van de nood- en interventieplannen, organiseren van oefeningen, …).